Adobe Photoshop Tools Menu uitleg

Hieronder vindt je van de Photoshop Tools uit het Tool menu aan de linkerkant op je scherm, een korte uitleg over hoe het werkt en wat je ermee kunt doen. Je kunt hieronder in het overzicht op de Tool klikken, om meteen naar de uitleg over die Tool te gaan. Bij elke Adobe Photoshop Tool is erachter het icoontje geplaatst als herkenning, en tussen haakjes de sneltoets. Door het indrukken van deze sneltoets, wordt gelijk de bijbehorende Tool geselecteerd en kun je daarmee werken. Als je een Tool hebt geselecteerd, kun je met de linkermuisknop de Tool gebruiken. Met de rechtermuisknop krijg je vaak extra opties voor de Tool. De Option Bar (onder de menu balk) verandert mee met de Tool die je gebruikt, en geeft ook altijd extra opties. Met opzet zijn de Engelse termen gebruikt (wel Nederlandse uitleg natuurlijk), omdat velen de Engelse versie hebben. Bij bijna elke Tool is gelijk een praktijkvoorbeeld genoemd, zodat je gelijk een idee hebt waar je hem voor kunt gebruiken.


Selectie Tools:

Crop en Slice Tools:

 

 

Retouching Tools:

 

 


Painting Tools:

Tekenen en Tekst Tools:

 

 

Notitie, Navigatie en Overige Tools:

 

 

Rectangular-, Elliptical-, SingleRow-, SingleColumn-, Marquee Tools (M)
Met de Marquee Tools (M) kun je rechthoeken, ovalen, 1-pixel rijen en 1-pixel kolommen selecteren. Standaard wordt er een selectie gemaakt vanaf het punt waar de muis staat. Het is ook mogelijk om tijdens het slepen van de muis met een van de volgende sneltoetsen te werken, om zo een speciale selectie te maken:
Shift + Selecteren: Om meerdere rechthoek- of ovaalselecties tegelijkertijd te maken (deze kun je in elkaar laten overlopen om zo van meerdere selecties één grote selectie te maken)
Alt + Selecteren: Om de selectie te beginnen vanaf het midden.
Spatiebalk: Druk de spatiebalk in tijdens het selecteren (houd de muisknop ingedrukt) om je selectie te verplaatsen.

Move Tool (V)
Met de Move Tool (V) kun je selecties en layers verplaatsen binnen je afbeelding, maar ook naar andere afbeeldingen. Je kunt de Move Tool ook gebruiken om selecties en layers binnen je afbeelding uit te lijnen. Als je Shift indrukt terwijl je met je muis iets aan het slepen bent, zal de selectie in hoeken van 45° bewegen (0°, 45°, 90°, etc.) Druk op Alt om een object te kopiëren en te verplaatsen.

Lasso Tool , Polygonal Lasso Tool en Magnetic Lasso Tool (L)
Met de Lasso Tool kun je vrije-hand selecties maken.
Met de Polygonal Lasso Tool kun je rechthoekige selecties maken. Als je de Lasso Tool gebruikt, kunt je switchen tussen de vrije-hand selectie en de rechte-hoeken selectie. Dit doe je door tijdens het maken van een selectie Alt ingedrukt te houden en de muisknop los te laten. Dan zie je het symbooltje veranderen van de Lasso Tool naar de Polygonal Lasso Tool. Door de muiskop weer ingedrukt te houden, en de Alt toets los te laten, switch je weer terug naar de Lasso Tool. Wanneer je de Magnetic Lasso Tool gebruikt, zal de rand van de selectie automatisch om hoeken van voorgedefinieerde gebieden van de afbeelding sluiten, bijvoorbeeld bepaalde pixel-gebieden met dezelfde kleur.

Magic Wand Tool (W)
Met de Magic Wand Tool (W) kun je een gebied selecteren met een bepaalde kleur pixels, zonder zelf langs de randen te hoeven. De gevoeligheid van de Magic Wand Tool kun je instellen in de Option Bar bovenaan. Als je bij ‘Tolerance’ een groot getal invult, dan is de Magic Wand Tool minder gevoelig. Als je dan bijvoorbeeld een zwart gebied aanklikt, zullen er naast de zwarte pixels ook grijze pixels geselecteerd worden. Zet je de ‘Tolerance’ op 1, dan is deze heel gevoelig en selecteert hij enkel die pixels die allemaal de precieze RGB-kleurwaarden hebben.

Crop en Slice Tools

 

Crop Tool (C)
Met de Crop Tool (C) kun je delen van een afbeelding verwijderen, om de focus op een bepaald deel van afbeelding te leggen. De Crop Tool kun je gebruiken door een deel van de afbeelding te selecteren en vervolgens met de rechtermuisknop te klikken en te kiezen voor ‘crop’. Je kunt de selectie verplaatsen door met je linkermuisknop de selectie te slepen. Maar met de Crop Tool heb je meer opties voor je selectie dan met de Marquee Tool. Je kunt de selectie groter of kleiner maken door een van de blokjes in de hoeken opzij te slepen. En ook kun je de selectie draaien door ongeveer een halve centimeter van de selectierand te gaan staan met de muis, dan komt er een krom pijltje. Ook hier heb je weer extra opties voor deze Tool in de Option Bar bovenaan.

Slice Tool en Slice Selection Tool (K)
Gebruik de Slice Tool (K) om grote afbeeldingen in kleine stukken te verdelen. Deze Tool is vooral handig bij het maken van websites. Je kunt je template van de hele website met de Slice Tool heel eenvoudig in een menu-deel, header-deel en content-deel opdelen. De delen (slices) worden als aparte afbeeldingen opgeslagen, en Adobe Photoshop zet het voor je om in een html code, zodat het in je web browser weer één geheel is. Slices zijn ook handig als je werkt met afbeeldingen die verschillende soorten data bevatten. Als je bijvoorbeeld een deel van de afbeelding wil opslaan als gif-formaat omdat deze een animatie bevat, en de rest als jpeg-formaat wilt opslaan, kun je het animatiedeel isoleren door gebruik te maken van de Slice Tool. Via File > Save for Web, kun je de bovenstaande acties uitvoeren. Om te verplaatsen, kopiëren, combineren, verdelen, resizen, verwijderen of uitlijnen, gebruik je de Slice Select Tool (K).

Retouching Tools

 

Spot Healing Brush Tool en Healing Brush Tool (J)
Met de Healing Brush Tool (J) kun je imperfecties corrigeren door ze te laten opgaan in het omringende deel van de afbeelding. Net als de Clone Tools gebruik je de Healing Brush Tool om bepaalde gebieden van een afbeelding te vervangen door een ander gebied uit die afbeelding. De Healing Brush Tool past echter ook de tekstuur, belichting en schaduw van het gekozen gebied aan, aan de nieuwe bestemming. Het verschil tussen de Spot Healing Brush Tool (J) en de Healing Brush Tool is dat je met de Spot Healing Brush Tool (J) niet per se een selectie of punt hoeft te gebruiken als bron, voor je de Tool gebruikt.

Patch Tool en Red Eye Tool (J)
Met de Patch Tool kun je een selectie repareren met pixels of patronen van een ander deel van de afbeelding. Net als de Healing Brush Tool matcht de Patch Tool de texturen, belichting en schaduw van de geselecteerde pixels naar het deel van de afbeelding wat gerepareerd moet worden. Gebruik de Red Eye Tool om de bekende rode ogen te corrigeren, die meestal ontstaan zijn bij het maken van een foto met flits. Deze Tool werkt heel eenvoudig, je kunt globaal het oog selecteren, de pupil-diameter instellen en Photoshop corrigeert het rode oog.

Clone Stamp Tool en Pattern Stamp Tool (S)
Met de Clone Stamp Tool (S) kun je pixels van de ene plaats naar de andere plaats in je afbeelding kopiëren. Je kunt ook een deel van een layer klonen, over een andere layer. Omdat je de alle brushes van Photoshop kunt gebruiken in combinatie met de Clone Stamp Tool kun je heel precies gebieden klonen. Ook hier kun je weer de Option bar gebruiken om bijvoorbeeld de opacity (doorzichtigheid) van het gekloonde gebied aan te passen.
De Pattern Stamp Tool (S) maakt gebruik van voorgedefinieerde patronen in plaats van pixels uit de afbeelding. Je kunt een standaard patroon van Adobe Photoshop selecteren, of je kunt er zelf een maken.

Eraser Tool , Background Eraser en Magic Eraser Tool (E)
Met de Eraser Tool (E) kun je pixels van je afbeelding verwijderen, door erop te klikken (of de muis te slepen voor een groot stuk). Als je in een background-layer werkt, of in een layer waar de transparancy geblokkeerd (locked) is, zullen de verwijderde pixels veranderen in de achtergrondkleur. In andere gevallen zullen de pixels verwijderd worden zodat ze niet meer zichtbaar zijn, en je dus de achtergrond behoudt. Met de Background Eraser Tool (E) kun je de achtergrond verwijderen terwijl je de voorgrond intact laat. De Background Eraser houdt geen rekening met geblokkeerde (locked) layers . Bij gebruik van de Magic Eraser Tool (E) worden automatisch alle pixels van dezelfde kleur verwijderd. Als je Net als bij de Magic Wand Tool kun je ook bij de Eraser Tools (E) weer de Tolerance instellen in de Option Bar.

Blur Tool , Sharpen Tool en Smudge Tool (R)
De Blur Tool (R) vervaagt gebieden in je afbeelding door het contrast tussen de kleuren van pixels te verminderen als je er met de muis overheen gaat. De grootte van de Blur Tool kun je aanpassen in de Option Bar. De Blur Tool kan dus ook goed gebruikt worden als je bijvoorbeeld in één afbeelding twee andere afbeeldingen hebt, die je vloeiender in elkaar wilt laten overlopen. Dit kun je dan het beste doen als je veel inzoomt. Het tegenovergestelde is de Sharpen Tool (R), waarmee je gebieden in je afbeelding juist scherper kunt maken. Deze Tool vergoot dus juist het contrast tussen de pixels. De Smudge Tool (R) geeft ongeveer hetzelfde effect, wanneer je je vinger door natte verf sleept. Deze Tool gebruikt de kleur waar je met de muis begint, en trekt deze door als je met je muis sleept, waarbij de andere kleuren langs de sleep-lijn opzij ‘geduwd’ worden. De Smudge Tool (R) kun je heel goed gebruiken als je bijvoorbeeld de wang van een gezicht glad of zuiver wilt maken. Het effect zoals je in tv-reclames ziet bij die anti-rimpelcrêmes.

Dodge Tool , Burn Tool en Sponge Tool (O)
Met de Dodge Tool (O) kun je gebieden lichter maken, met de Burn Tool (O) maak je gebieden donkerder. De Burn Tool (R) kun je bijvoorbeeld gebruiken om je gezicht bruiner te maken als je vindt dat er te weinig zon was in de vakantie. Met de Sponge Tool (O) kun je de saturatie van kleuren veranderen. Als je in de Desaturate mode werkt, zullen er kleuren uit de afbeelding verwijderd worden. Als je in de Saturate mode werkt, zullen er kleuren toegevoegd worden. De Saturate mode kun je gebruiken om iemand gezicht eruit te laten zien alsof die te lang in de zon gezeten heeft, het wordt dan meer roder.


Painting Tools

 

Brush Tool , Pencil Tool en Color Replacement Tool (B)
Met de Brush Tool (B) kun je een onscherpe lijn maken. Met de Pencil Tool (B) kun je een scherpe lijn maken. De dikte is weer in te stellen in de Option Bar bovenaan. De Color Replacement Tool (B) vervangt kleuren in je afbeelding als je er met de muis overheen gaat. Deze Tool werkt niet bij bitmap, geïndexeerde of multichannel modes.

History Brush en Art History Brush Tool (Y)
Met de History Brush (Y) kun je status van je foto herstellen naar vorige momentopnamen (snapshots). Een snapshot maak je door in het history-vak rechts, te klikken op het snapshoticoontje. Daarna kun je met de History Brush dat wat je gedaan hebt voor je een snapshot maakte, als nieuwe laag over je afbeelding zetten. De Art History Brush (Y) gebruikt net als de History Brush Tool de data van de snapshot, maar gebruikt tevens de extra opties in de Option Bar om verschillende artistieke stijlen te maken.

Gradient Tool en Paint Bucket Tool (G)
Met de Gradient Tool (G) kun je een gebied in een afbeelding vullen met overgangskleuren. Bijvoorbeeld vanaf links rood laten overlopen in blauw tot de rechterkant van het gebied. Met de Paint Bucket Tool(G) kun je pixels met dezelfde kleur een andere kleur geven. Dit werkt hetzelfde als de Magic Wand Tool, alleen worden de pixels nu gevuld met een kleur in plaats van dat ze geselecteerd worden.

Tekenen en Tekst Tools

 

Path Selection Tool en Direct Selection Tool (A)
De Path Selection Tool (A) gebruik je om een pad selecteren, te verplaatsen, of te bewerken. Als je bijvoorbeeld met de Pencil Tool een vorm maakt, kun je met de Path Tool de hoeken van hiervan verplaatsen, de grootte aanpassen, etc.

Horizontal Type Tool en Vertical Type Tool (T)
Met de Horizontal Type Tool (T) en de Vertical Type Tool (T) kun je horizontale en verticale tekstboxen maken. Als je dit doet, wordt er automatisch een nieuwe layer toegevoegd aan de Layer Palette. In de Option Bar kun je onder andere het lettertype instellen.

Horizontal Type Mask Tool and Vertical Type Mask Tool (T)
Met de Horizontal Type Mask Tool (T) en Vertical Type Mask Tool (T) kun je een horizontale of verticale selectie maken in de vorm van een tekst. De selecties kunnen verplaatst worden, gevuld, etc.

Pen Tool en Freeform Pen Tool (P)
Met de The Pen Tool (P) kun je rechthoekige en vloeiende figuren maken, als een Path, Shape Layer, of Fill Pixels. Dit is in te stellen in de Option Bar. Met deze Tool kun je heel goed ronde delen in een vorm maken. Als je met de losse hand wilt tekenen, zoals op papier met je pen, neem je de Freeform Pen Tool (P). Anchor Points (punten van waaruit de figuur veranderd kan worden van vorm) worden automatisch toegevoegd als je tekent, je kunt deze later aanpassen, of nieuwe maken. Door Magnetic aan te vinken in de Option Bar, kun je net als met de Magnetic Lasso Tool de rand van de selectie automatisch om hoeken van voorgedefinieerde gebieden van de afbeelding sluiten, bijvoorbeeld bepaalde pixel-gebieden met dezelfde kleur.

Add Anchor Point Tool , Delete Anchor Point Tool en Convert Point Tool
Je kunt Anchor Points (punten van waaruit de figuur veranderd kan worden van vorm) toevoegen of verwijderen door gebruik te maken van de Add Anchor Point Tool en Delete Anchor Point Tool . Als je Auto Add/Delete in de Option Bar hebt aangevinkt, zal er automatisch een punt toegevoegd worden als je op een lijn klikt, en automatisch een punt verwijderd worden als je op dat punt klikt. Met de Convert Point Tool kun je een vloeiende lijn veranderen in een rechte lijn, en andersom.

Rectangle, Rounded Rectangle, Ellipse, Polygoon, Line, Custom Shape Tools (U)
Adobe Photoshop heeft zes standaard vooraf ingestelde vormen onder de Shape Tool (U) (eigenlijk meer, want bij het laatste icoontje kun je weer kiezen uit nieuwe vormen). Photoshop maakt standaard nieuwe layers als je een vorm maakt. Ook hier kun je weer gebruik maken van de subTools Path, Shape Layer, of Fill Pixels. Net als bij het maken van een selectie, kun je vormen combineren of laten overlappen.

Notitie, Navigatie en Overige Tools

 

Notes Tool en Audio Annotation Tool (N)
Met de Notes Tool (N) en Audio Annotation Tool (N) kun je overal op je afbeelding een tekst of audio notitie toevoegen. Als je een tekstnotitie maakt dan verschijnt er een schermpje waar je kunt typen, wat je kunt aanpassen qua grootte en plaats. Als je een audio-notitie wilt maken, dan moet je wel een microfoon of headset op je computer aangesloten hebben.

Eyedropper Tool, Color Sampler Tool en Measure Tool (I)
Met de Eyedropper Tool (I) kun je een kleur selecteren uit je afbeelding, om die te gebruiken als nieuwe foreground kleur (met links klikken) of background kleur (alt + met links klikken). In de Option Bar kun je ook instellen dat je de gemiddelde kleurcode van een 5 bij 5 pixelgebied wilt hebben. Als je bijvoorbeeld de precieze html-kleurcode wilt weten van een deel van je afbeelding, om de achtergrond van je website dezelfde kleur te geven, kun je deze Tool daar goed voor gebruiken.
De Measure Tool (I) kan de afstand tussen twee punten berekenen, de hoek (aantal graden) en de positie (x en y coördinaten). Deze informatie is dan te vinden in de Option Bar.

Hand Tool (H)
Met de Hand Tool (H) kun je de afbeelding verplaatsen. Als je een andere Tool gebruikt, kan je de Hand Tool activeren door de spatiebalk in te drukken. Door Alt of Ctrl in te drukken kun je uit- of inzoomen.

Zoom Tool (Z)
Met de Zoom Tool (Z) kun je op een afbeelding in- en uitzoomen. De Titelbalk (bovenaan, blauw) laat zien op welk percentage de afbeelding ingezoomt is, net als de Status balk linksonder. Je kunt een deel van je afbeelding selecteren door op dat specifieke deel in te zoomen. Met Alt switch je tussen in- en uitzoomen.

Switch Color, Quick Mask, Screen mode en Image Ready
Onderaan de Photoshop Toolbar kun je op de button klikken of de volgende sneltoetsen gebruiken om:
Te switchen tussen Voorgrond- en Achtergrondkleur (X)
Resetten van Voorgrond- en Achtergrondkleur (D) ; voorgrond naar zwart en achtergrond naar wit.
Je kunt de Voorgrond- en Achtergrondkleur zelf instellen door erop te klikken, en een kleur te kiezen.
Over te gaan naar de Quick Mask Mode (Q)
Te switchen tussen de Screen Modes (F) ; Standaard, full-screen met menu bar en fullscreen.
Door op te laatste button onderaan de Toolbar te klikken (Shift + Ctrl + M), kun je de afbeelding in Image Ready bewerken.

Selectie Tools